Deontologie

De advocaat moet zich houden aan een ethische code, dat wil zeggen een reeks regels die de goede praktijk van het beroep regelen.

De stafhouder zorgt voor een goede relatie tussen de cliënt en zijn advocaat en tussen de advocaten.

De relatie tussen de advocaat en zijn cliënt draait om het beroepsgeheim, de onafhankelijkheid van de advocaat en loyaliteit.

Het verschoningsrecht van de advocaat-cliënt verbiedt hem om aan iemand de door zijn cliënten toevertrouwde informatie bekend te maken, op straffe van het plegen van een strafbaar feit.

Het verschoningsrecht van de advocaat-cliënt is de hoeksteen van de advocatuur.

Correspondentie tussen de cliënt en zijn advocaat is ook vertrouwelijk en kan niet ter terechtzitting worden voorgelegd, op enkele uitzonderingen na.

De advocaat heeft een onafhankelijkheidsplicht en deze plicht vereist dat hij zijn cliënt vrij en in zijn exclusieve belang verdedigt.

Net als het beroepsgeheim is onafhankelijkheid de basis van het vertrouwen dat de basis vormt van de relatie met de cliënt. Het geeft hem het recht om een zaak te accepteren of te weigeren.

De advocaat moet handelen in alle loyaliteit, zowel aan zijn cliënt als aan zijn collega’s en derden.

De deontologische regels van de advocaat zijn beschikbaar op de website van de Belgische Orde van Franstalige en Duitstalige Balies van advocaten van de Balie van Brussel (https://advocaat.be/DipladWebsite/media/DipladMediaLibrary/Documenten/Deontologie/Codex-Deontologie.pdf).